anniepw54, natuur , fotografie, natuurfotografie, naturephotography, bird photos, vogel fotos , namibia, australia, netherlands

Ardiyooloon

Photography by Annie Winters

One Arm Point

En ja hoor. Ik word om half zeven wakker en geen buren meer. “Zitten wij weer met de kindertjes opgescheept” zegt Aad duidend op het jonge stelletje op nr. 1. Haha. We zijn van plan om vanmiddag een bezoekje te brengen aan One Point Arm oftewel in de taal van de Aboriginals, Ardiyooloon. ’s Morgens lummelen we wat rond, lekker op het gemak wakker worden, ontbijten, douchen,……… Nu ik het over het douchen heb, ik heb nog niets verteld over de camping toch? Wel, als je de folder bekijkt een en al luxe. Wat de omgeving betreft is het een uniek mooie plek op onze aardbol. Maar de camping zelf. Nou daar zet ik een paar vraagtekens bij. De toiletten en douches zijn niet om over naar huis te schrijven. We hebben ook de indruk dat de accommodaties die aangeboden worden niet jé van hét zijn. Er wordt weinig of niet schoon gemaakt, deuren klemmen of gaan niet dicht. Wel is er zoals op alle campings hier een ruimte waar je je spullen in de koelkast kwijt kunt. En er zijn allerhande voorzieningen aanwezig om te koken, barbecueën, afwassen etc. Voor de boomkikker die graag in het toilet gaat zitten worden we in elk geval wel gewaarschuwd. (Deksel sluiten a.u.b.) Het is me elders al overkomen dat er zo’n schatje (Ja ze zijn echt leuk om te zien) in het toilet zat. Die heb ik toen vakkundig weg kunnen werken. Het gekke is dat je de eerste dag het liefst met je ogen dicht gebruik maakt van de voorzieningen, de tweede dag kijk je al wat minder kritisch en de derde dag roep je vrolijk “Ik ga effe douchen hè!” Ik merk en voel dat je door een reis als deze veel minder kritisch wordt, meer accepteert. Het voelt ook echt alsof je wat dichter bij de natuur komt te staan. En dat is best een fijn gevoel. 

We rijden rond  half een naar Ardiyooloon. Ik ben stomverbaasd. Ik kan me niet herinneren dat we over een gravelweg naar Kooljaman gekomen zijn. Om twee uur is er in One Point Arm een rondleiding in de enige trochus (soort schelp) broederij ter wereld. Deze is in plaats gekomen van de parelindustrie die er vroeger was. Het is maar een kwartiertje rijden. Hebben we mooi voor de rondleiding tijd om het plaatsje en de kust daar te bekijken. One Point Arm is een Aboriginal gemeenschap van ca. 385 bewoners. Zij behoren tot de stam van de Bardi Jaawi people. Als je zo’n gemeenschap bezoekt wordt van je verwacht je eerst bij de “office” te melden en een klein bedrag als een soort van “entreeprijs” te betalen. Waar dit office volgens de kaart zou moeten zijn, is het helemaal leeg. Toevallig komt er net iemand die er kennelijk aan het werk is, naar buiten. “Nee, jullie moeten dáár bij dat gebouw zijn bij die dubbele deuren.” Dáár bij dat gebouw is het hetzelfde verhaal. Alles dicht, niets te bekennen. Dan maar naar de overkant, daar is een winkel. Net voordat we daar binnen willen gaan komt er iemand naar buiten, een ambulancebroeder, die ons vertelt dat we daar inderdaad kunnen betalen. Volgens de folder die we gelezen hebben moeten we p.p. 17 dollar betalen en daarbij is dan de prijs voor de excursie inbegrepen. Dat klopt, maar verder is er geen woord uit de juffrouw die ons helpt, te krijgen. 

We rijden naar de kust. Weer andere maar mooie uitzichten over strand, rotsformaties en zee. De rotsformaties lijken hier meer “verbrokkeld”. In zee liggen verschillende eilandjes.

Ik zie ook enkele zeeschildpadden zwemmen. Als we in de buurt van de broederij komen zien we al snel dat alles potdicht zit. Er hangt wel een plaat dat de openingsuren tot half drie zijn. We zijn het inmiddels gewend. Tussen de middag wordt naar willekeur de boel dicht gedaan. We nemen aan dat dat nu ook het geval is en wachten tot twee uur of er misschien toch iemand komt. Ondertussen komt Brian Lee, een oudere Aboriginal kijken of we misschien zin hebben in een dagexcursie die hij begeleidt. Hij vraagt het niet rechtstreeks, maar zijn bedoelingen zijn duidelijk. Zijn tochtjes staan ook bij onze camping aangegeven. Ja hoor iets na tweeën komt er een jongeman aanrijden die de hekken van de broederij opent. Wij samen met nog een koppel naar binnen. Er wordt geen aanstalten gemaakt ons iets te vertellen. Bijna weggekropen in een stoel achterin kijkt de jongeman toe. Nou dan zelf maar op onderzoek uit. In verschillende grote bassins zien we de speciale spits toelopende schelpen in allerlei formaten groeien. Er worden later sieraden van gemaakt. We spreken de jongeman voor we weg gaan uit de zgn. “hatchery”, nog even aan. Hij is zeker niet te beroerd om onze vragen te beantwoorden, maar ik krijg geen hoogte hoe ik de man moet duiden. Zijn benen trillen, hij trekt zijn mond een beetje scheef bij het praten en toch lijkt hij niet zenuwachtig te zijn. Hij vermijdt wel onze blik. Daar heb ik eerder iets over gelezen en ook gemerkt. Op een bepaald moment wil hij er, zo lijkt het, vandoor. Bij wijze van excuus zegt hij: “I have to go to a meeting.” Wij vertrekken, maar ik geloof er niets van.

In het dorp is verder weinig tot niets te zien of te beleven. Ik krijg weer een indruk van een gesloten, niet erg toegankelijke gemeenschap. Aad merkt een normaal als stopbord gebruikt bord op met de tekst “Stop only locals.” Dit vindt hij echt veel te ver gaan. Ik weet het even niet. Ik zie dat er op scholen veel aandacht is voor de eigen cultuur van de Aboriginals. Het lijkt dat men er ook aan wil vasthouden. Door scholieren uitgewerkte thema’s zijn in de broederij opgehangen. Ook de plattegrond van Ardiyooloon die we op de camping kregen is gemaakt door schoolkinderen. 

Als we terug rijden naar Kooljaman camping leeft Aad zich met de auto nog eens uit in het losse zand. Even kijken hoe de auto zich daarin gedraagt. 

’s Avonds komt er in het stikdonker plotseling een lichtje op ons af. “Sorry guys, do you know how I can reach the manager?” Hij wil graag de camping op. Aad heeft wat opties, maar geen campingmedewerker te zien of te bereiken. “Kom maar mee, er is plaats genoeg hier. Ik gebruik mijn code wel even om de poort voor je te openen.” Hij, helemaal gelukkig, heeft als wij goed rekenen, vandaag zeker 650 km gereden. Ja dan wil je je tentje wel ergens opslaan. Nou, dat is dan ook snel gebeurd en binnen de kortste keren is het licht ook uit. Welterusten.

Leave a Reply Text

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *