Derby – Broome
’s Morgens voor we vertrekken naar Broome gaan we nog naar de zgn. mudplains. Dat zijn de stukken land die bij laag water (of niet al te hoog opkomende vloed) droog liggen. Dit gebied is enorm groot. Wij kunnen er een heel stuk overheen rijden. Het lijkt wel of we op de wadden zijn. Uitstappen en verder lopen: mudplains lopen in dit geval, geen wadlopen. Onze schoenen zakken meteen een stuk in de modder, het lijkt wel klei.
Voor de rit naar Broome van start gaat nog naar High Tide, de bar c.q. café, c.q. restaurant voor een koffie zwart en een cappuccino. Ik kijk of ik in de naastliggende kapsalon terecht kan voor een knipbeurt. Helaas “fully booked today.” Nou rijden dan maar.
Het gebied waar we doorheen rijden is dichter begroeid. We rijden onder meer voorbij aan de Australian Airforce. Maar o, wat is het weer stil op de weg. Voor het eerst deze reis moeten we voorrang geven aan een kudde overstekende koeien. Mag een keer. We worden er al honderden, zo niet duizenden kilometers lang voor gewaarschuwd.
We passeren rivieren, soms met billabongs, soms helemaal droog gevallen. In de poelen van de rivieren doen koeien zich tegoed aan het water. Op een bepaald stuk van de route is de begroeiing aan beide kanten van de weg hetzelfde. Maar heel opvallend, rechts van de weg zijn de termietenheuvels grijs, links zijn ze rood. Duidelijk verschillende grondsoorten. Gek op zo’n afstand. Erg fraai zijn de baobabs die net blad vormen waardoor er een lichtgroene kleurzweem overheen komt te liggen.
We maken een stop bij het Roebuck Roadhouse. Hetzelfde recept als de andere roadhouses: koffiebar, restaurantje, winkeltje, benzinepomp. Een halteplaats tussen twee ver uit elkaar gelegen plaatsen.
Vandaag herken ik de mistachtige lucht in de verte. We naderen de kust, we naderen Broome.
Het inchecken bij het Cable Beach Caravan Park gaat vlotjes. Het is hetzelfde verhaal als bij de andere campings. We krijgen een plek toegewezen. “Bevalt deze niet dan kies maar een ander plekje. Graag wel even doorgeven dan.” De plaats is prima.
Aad slaat spijkers met koppen. We hebben een aantal folders over wat er zoal te doen en te beleven valt in Broome. Hij beslist in no time wat we gaan bezoeken en regelt een paar excursies. Ik knik, vind het allemaal best, maar kan het even niet bijbenen. Laat maar gaan, komt wel goed.
Het strand is maar een paar minuten van de camping vandaan. Toch nemen we de auto er naartoe. Eigenlijk is het al genoeg geweest voor vandaag. Even kijken en klein stukje lopen op het strand. Dat kunnen we toch niet laten. Een strand met palmen aan duinen en/of diepgekleurde rotsen. We pikken gelijk de zonsondergang mee. Niet spectaculair, maar toch. Ook eten we aan het strand. Gemakkelijk, handig en verstandig. Na het eten even zoeken naar de auto? Het is even een vraag, maar eigenlijk gaat Aad meteen de goede richting in.
Zo gevonden dus en we zijn snel terug op de camping. De temperatuur is hier ’s avonds een stuk aangenamer. Wel is het hier een stuk vochtiger. Dat is logisch, maar een Hollander die niets te “klagen” heeft is ook geen Hollander. J